Opbouw presentatie

Inleiding

Je hebt je portfolio ingeleverd, nu moet je een korte presentatie houden tijdens het assessment. Hoe kan die presentatie eruit zien? En hoe voer je die uit?

Hier een suggestie voor de opbouw van je presentatie die je tijdens je assessment kan gebruiken. Hier kan je dan zelf je eigen focuspunten in verwerken, of die gaan over commerciële zaken, human resource management, financiën, ICT, bedrijfskunde, het maakt niet uit.

Disclaimer. Als je iets gaat presenteren zijn daar vele tips en adviezen voor.  Hieronder mijn persoonlijke suggesties. Let op, iedere manager of docent heeft zijn eigen stijl en wensen, dus ga niet blind af op wat ik hier schrijf. Deze tekst is op geen enkele manier een officieel stuk of iets waar je rechten aan kan ontlenen.

<insert>

Tip 1. Voor je begint je mondelinge of schriftelijke presentatie te maken, bedenk dit

Inleiding. Als je gaat presenteren zijn de vier P een handig hulpmiddel je voorbereiding te doen. Dit is zowel bij een mondelingen presentatie nuttig als bij een schriftelijke, ik denk dat het goed is zo snel mogelijk als je een cursus start de vier P’s scherp te krijgen. Dat geeft je dan een stip aan de horizon.

People: voor wie presenteer je?

Place: op welke plaats presenteer je?

Purpose: welk doel heeft je presentatie

Point: welk punt wil je maken.

People.

TIP: Wie. Zoek de participanten van je vergadering op. Of als het een assessment is, wie mogelijk die mensen zijn. Je krijgt dat vaak niet van tevoren te weten, maar je weet wel welke docenten er voor die cursus zijn, dus daarmee is de groep vaak al verkleint tot iets van zes docenten.

TIP: Achtergrond en stokpaardjes. Verdiept je in hun achtergrond die waarschijnlijk iets zal zeggen over de stokpaardjes die ze hebben en waar ze dus vragen over kunnen gaan stellen. Bekijk hun linkedin pagina’s bijvoorbeeld en kijk naar welke industrieën men gewerkt heeft en in welke soort rollen. Is men sales gedreven, meer financieel, onderzoek belangrijk, of juist niet.. etc.

Place.

Fysiek ergens? Dan ventilatie, geluid, koffie etc. checken. Wees op tijd om de tempratuur goed te zetten en verluchting te regelen anders vallen je toehoorders in minuut vijf al in slaap. Zeker bij hotels is het altijd veel te warm.

Online? Check of je het snap hoe dat werkt. Controleer of je ook achtergrond, geluid, beeld etc werkt. Dat je weet hoe je presentor kan zijn, de chat functie, hoe je presenteert terwijl je ook participanten ziet en de chat.

Purpose.

Wat is het doel van de bijeenkomst. Is er een agenda. etc. Bij een assessment is je purpose de assesssoren te laten zien dat je bepaalde dingen beheerst. Dat moeten ze objectief kunnen beoordelen, dus aan jou de taak dat dan ook te laten zien. Daarvoor moet je wel de meetlat kennen. Die we in onderwijs land een rubric noemen.

TIP: Rubric uit je hoofd kennen. Natuurlijk ken je de meetlat waar je tegenaan gehouden gaat worden uit je hoofd. Je hebt vooraf al een inschatting gemaakt op welke punten je een sterk stuk heb gemaakt in je portfolio en welke onderdelen wellicht tot vragen zullen leiden.

Point. Wat wil je bereiken? Dat groot opschrijven boven je hoofd of op spiekbrief. Dat is je doel voor die periode van het overleg of het assessment. Bij dat laatste zal het een ‘competent’ of voldoende halen zijn.

TIP: Beoordeling werkgever. Gebruik een positieve beoordeling van je opdrachtgever.

Tip 2. Hoe je opbouw van je mondelinge presentatie zou kunnen zijn

Eerst vertel je wat je gaat vertellen.

Dan vertel je het.

Dan vertel je wat je verteld hebt.

Dit is een beetje de standaard tip bij presentaties. Je zal zelf ook wel weten dat je in het begin van een presentatie meegenomen moet worden, net zoals de eerste seconden van de commercial als je naar een filmpje kijkt. Pakt dat je niet, dan ben je snel afwezig. Net zoals dat jouw audience is als jij presenteert. Denk nooit dat jij iets unieks gaat brengen. Daar ga jij namelijk niet over, maar wel je publiek, die zal beoordelen of het voor ze interessant is of niet.

Hoe gebruik maken van de energie in de zaal.

Die zit er dus in de eerste minuten, dan zit er spanning in de zaal, ‘wat gaat die vertellen?’.

Dan de laatste minuten, want dan verwacht de audience de afsluiter. De take-away. Maar hoe weet de audience dat het de laatste minuten zijn. Wellicht door op hun horloge te kijken…maar dat wil je niet. Dus gebruik de aanpak te zeggen ‘in de laatste tien minuten breng ik u nog xyz’. En dan als je bent aangekomen bij je take-away, je pitch, zet die met een krachtige stem aan, niet overdreven, maar wel met de aanloop ‘de afgelopen xyz minuten nam ik jullie mee in het verhaal over xyz. het punt dat ik wilde maken is dat het xyz is. Daarmee sluit ik mijn presentatie.’

<insert>

Tip 3. Je presentatie opbouw

Drie onderdelen en voor studenten een vierde als toegift.

Zie de onderdelen als de drie luiken waar je de luisteraar langs neemt. Drie keer gaat het gordijn van het podium op en neem de luisteraar en kijker mee naar een volgende stap in de reis.

<insert plaatje>

Dus drie onderdelen, drie luiken als hoofdthema’s.

  • Situatie.
  • Complicatie.
  • Oplossing.

Als je student/consultant bent kan je een vierde luik toevoegen, die van je reflectie.

Dan zijn er subthema’s. Voor je gemak bouw ik verhaal maar op met hoofdstuk nummers.

Leeswijzer:

Inleiding. Ik vertel iets over de opbouw van de slide.

Praktisch: Een voorbeeld van bronnen etc geef ik hier.

Logica tip: Een presentatie moet een logische lijn hebben, die verlies je soms uit oog. Hier beschrijf ik waaraan je zou kunnen/moeten denken om de rode draad vast te houden.

Valkuil: Waar ik studenten in zie vallen de afgelopen vier jaar dat ik docent ben.

Jip en Janneke: Hier als nodig nog eens een uitleg op een andere manier verteld.

<insert plaatje>

Presentatie Luik 1. Situatie

Slide 1.0 – Start slide

Slide 1.1 – De industrie

Slide 1.2 – Je firma

Twee of drie slides voor dit luik.

Een start slide heb je altijd. En 1.1 en 1.2 kan eventueel op een slide. Maar ik zou er twee nemen om de aanvliegroute van je presentatie wat gewicht te geven. Hier zet je de toon en context van je presentaties.

Slide 1.0 – Start Slide

Inleiding. Foto, datum, je naam, studenten nummer.

Praktisch. Maak je even vaardig in het knippen, plakken, verkleinen en vergroten van foto’s, teksten, lijnen en andere opmaak mogelijkheden. Niets is zo suf als de opmaak gebruiken die powerpoint als suggestie heeft. Ik persoonlijk zie dan liever geen opmaak, dan zo een standaard achtergrondje en zo. Zeker als je de studierichting commerciële economie doet, verwacht ik meer dan dat.

Logica tip. Waar gaat je portfolio over? Daar dus een plaat van. Of was je sterk in samenwerken, een competentie die gevraagd wordt, zet een foto van teamwerk voorop, dan heb je dat punt al gescoord.

Valkuil. Als je geen aandacht aan de start slide besteed, past de spreuk: ‘wie zich niet voorbereid, bereid zich voor te falen’. Dus niet een opwekkende slide hebben maar een boring versie van een voorbeeld die power point je geeft…. Tja…… die heb ik al tig keer gezien, val ik van in slaap nog voor we begonnen zijn….

Jip en Janneke. Hier heb ik even geen tekst.

Slide 1.1. – De industrie

Inleiding. Wat staat op deze slide? Hier vertel je wat over de achtergrond van de industrie waar jouw firma in actief is. Wanneer is de industrie gestart, waar op de wereld, waarom?

Hoe is de situatie nu, is de industrie in opgaande lijn, of juist steeds meer verliesgevend? Hoeveel mensen zijn er in actief?

Praktisch: Bronnen die je kan raadplegen: MarketLine. En werken met de externe analyse tool DESTEP kan hier ook goed helpen informatie te groeperen.

Logica Tip: Beschrijf hier zaken die later ook terugkomen in je probleemstelling. Stel dat je in de industrie zit van fototoestellen. Dan vertel je dat de industrie in een digitaliseringslag zit, en hopla, dat lees ik dan ook terug in het probleem bij jouw firma, dat ze moeten stoppen met filmrolletjes te maken.

Valkuil. Veel studenten zie ik hier blijven hangen. Lekker veilig en kan je veel tijd in steken met de opmaak, plaatjes zoeken etc. Maar tja… er zijn nog tig hoofdstukken wachtende. Dus dit in het begin heel kort doen, steek er maximaal een avond in, later als je werkstuk af is heb je wellicht nog tijd om het verder aan te vullen. Dit is niet het belangrijkste deel van je werkstuk.

Jip en Janneke. Dit lijkt me niet moeilijk, als er vraag naar komt zal ik hier nog wat tekst schrijven, maar voor nu niet.

Slide 1.2. – Je firma

Inleiding. Wat staat op deze slide?. Hier wil je een beeld schetsen van de firma en wat je rol is. Dat helpt de luisteraar te snappen wat de reikwijdte is van je werk en welke impact je kan maken.

Zaken als wanneer is die opgericht, waarom, waar in Nederland?  Wat is het product of dienst en in welke behoefte voldoet dat? Waar zit die behoefte, hoe groot is de markt. Laat eventueel een plaatje zien van de afnemers. Hoeveel medewerkers, en is dat groeiende? Hoe doet de firma het, en waar zit de concurrentie?

En zet er een plaatje bij van hoe de firma er vroeger uitzag, een mooi of lelijk gebouw, het product op de schappen, de oprichters etc.

Wat is jouw rol en hoe past dat in het geheel van de organisatie?

TIP: zelf vindt ik het steeds leuk te zien waar de werkplek van iemand is. Bij een groentenafdeling in een supermarkt, een bureau in een kantoor, een plek bij de kinderopvang waar je werkt, bij een schip dat je verzekerde? Een foto daarvan vind ik leuk, geeft me meer context.

Praktisch. Niet te veel op een slide, dus kies wat de high light is uit je portfolio.

Logica tip. Als je werkstuk over iets gaat wat je rol is, prima beschrijf dat. Dus gaat het over meer verzekeringen aan schepen verkopen, dan zie ik een ship en een verzekeringsbewijs. De lezer verwacht dan ook een gedegen stuk, want je schrijft iets over je vak.

Is het probleem van je onderzoek buiten je werkrol, zeg je doet HRM en gaat iets doen rond strategie, beschrijf dan hoe ‘goed en uitdagend’ het is dit werkstuk te maken omdat dit buiten je comfort zone zit.

Valkuil. Is er denk ik hier niet echt. Hoogstens dat je jouw rol down-played, net doet alsof het niets voorstelt. En dat is vaak niet zo. Ook de klaagmodes helpt hier niet ‘is ben maar een rayon manager van de Spar, hoe kan ik nu strategie doen?.’ Even klagen ok, maar dan snel doorpakken.

Jip en Janneke. Geen dingen hier nodig denk ik. Moet wel duidelijke zijn.

Presentatie Luik 2.  Complicatie

2.1 Wat is het probleem

2.2 Waarom is het een probleem

2.3 Wie heeft het probleem?

2.4 Hoe ga je het onderzoeken?

2.5 Welke theorie ga je gebruiken?

Twee tot drie slides voor dit luik.

Op een slide kan 2.1 en 2.2 en 2.3

Op de volgende slide kan 2.4

Ad 2.1 Wat is het probleem

Inleiding. Wat staat op deze slide? Beschrijf hier de reden van wat je gaat onderzoeken en over adviseren. Wat is het probleem. En dat probleem heeft altijd te maken met de doelen die de firma heeft. Het probleem van een firma zit vaak in waar de firma voor moet staan: winst maken en continuïteit. Dus ik denk dat uiteindelijk je onderzoek terug te voeren moet zijn op een van die twee zaken.

En dat moet je goed onderbouwen. Veel doorvragen dus.

Reden a) Winst loopt terug. In een groot deel van de wereld is waar de firma voor staat het zorgen voor de aandeelhouders. Dus dat is winst maken. Dat dan vaak op korte termijn, zeker als de firma door een Venture Capital firma in eigendom is.

Reden b) Continuïteit is in gevaar. Een andere deel van de wereld, een beetje zoals in Nederland, is de focus van aandeelhouders en ook de medewerkers, meer ook focus op de langere termijn. Zeker sinds corona zie je organisaties meer kiezen voor een People, Planet, Profit model.

Hoe is dat bij een non-profit? Ook daar is winst maken, die nodig is om nieuwe goede dingen te doen, of continuïteit een reden om in actie te schieten.

Hoe is dat bij een overheidsinstantie? Daar zijn KPI’s te bedenken als ‘welvaart’ in het land. Het voldoen aan verkiezingsbelofte, het creëren van waarde voor toekomstige investeringen. Het promoten van veiligheid, etc.

Praktisch.

a) Winst maken, dan zit het probleem vaak in dat de omzet terug loopt of dat de kosten stijgen. Daar zie ik dan een grafiek van op de slide.

b) Continuïteit.

Logica tip. De spanning die je wellicht al beschreven wat er speelt in de industrie. Daar een vervolg op maken lijkt me dan logisch.

Valkuil. De slide moet met een beetje tekst en een plaatje het probleem weergeven.

Jip en Janneke. Maak het probleem een tikje groter in je mondelinge toelichting, maak er een cliff hanger van, net zoals in een film….. Bouw spanning op…. maak het voor me leuk met je mee te gaan in de ontdekkingstocht die nu start.

Ad 2.2 Waarom is het een probleem?

Inleiding. Wat staat op deze slide? Een stukje tekst en een grafiek. Met een dalende lijn van de winst bijvoorbeeld.

Praktisch.  Neem de omzet grafiek van de afgelopen jaren, maakt die een dalende lijn, voila je hebt een beeld gemaakt van het probleem.

Logica tip. Een ideale rode draad is als de aankondiging van het probleem al zit bij je analyse van de industrie. Heeft die wellicht industrie breed al iets wat tot verandering verplicht. Iets wat uit een DESTEP is gekomen bijvoorbeeld.

Valkuil. Je hebt bij de maken van je portfolio al de check gedaan of het probleem echt past bij de cursus waar je het portfolio voor maakt. Benadruk dat hier nog eens, laat het verband zien.

Jip en Janneke. Lijkt me niet nodig hier.

Ad 2.3 Wie heeft het probleem?

Inleiding. Wat staat op deze slide? Op deze slide staat wie het probleem heeft, een foto van de persoon, of een plaatje van de organisatie diagram. En je legt nog even uit waarom die persoon het probleem heeft. Is het zijn werk, zit zijn bonus daaraan vast, is ze de aandeelhouder of zijn er andere redenen?

Praktisch. Laat me zien wie het probleem heeft in relatie tot jouw positie. Het liefst wil je zien dat de probleem eigenaar iemand is waar je toegang tot hebt en het dus logisch is dat die jouw aanbevelingen zal willen lezen en overwegen uit te voeren.

Logica tip. Een beetje open deur is dat een commercieel probleem bij de commerciele manager ligt en een logistiek probleem bij de logistieke manager. Maar kijk iets breeder, die twee managers zijn vaak van mekaar afhankelijk.

Valkuil. Die het probleem heeft zit te hoog in de boom en kan je niet te spreken krijgen en in je presentatie kan je me dan niet vertellen wat die van jouw presentatie vond….

Jip en Janneke. Schrijft ik later wellicht nog.

Ad 2.4 Hoe ga je het onderzoeken?

Inleiding. Wat staat op deze slide? Hoe ben je het probleem gaan onderzoeken.

Praktisch. Vertel wat het was, bijvoorbeeld kwalitatief onderzoek of kwantitatief onderzoek? En zoom in hoe je betrouwbaar en valide het is geweest.

Logica tip. nvt

Valkuil. Teveel vertellen.

Jip en Janneke. Nvt

Ad 2.5 Welke theorie ga je gebruiken?

Inleiding. Wat staat op deze slide? De theorie modellen in een plaatje eventueel. Ga er van uit dat assessoren de meeste modellen wel kennen. Gebruik je iets recents, laat het zien!

Praktisch. Het onderdeel over theorie hebben we reeds gedaan bij het maken van je portfolio, dus herhaal dat hier niet.

Logica tip. Je bent vast niet de eerste die een probleem van dat soort gaan onderzoeken, dus kijk op de HBO kennis bank naar andere werkstukken en wat die gebruikt hebben.

Valkuil. Te lang hier blijven hangen, assessoren weten het wel…

Jip en Janneke. nvt

Presentatie Luik 3. – Oplossing

3.1 Wat zijn de feitelijke bevindingen?

3.2 Wat de conclusies die daaruit voortkomen?

3.3 Wat zijn je aanbevelingen?

3.4 Wat zijn de kosten/baten van je aanbevelingen?

3.5 Wat is het projectplan per aanbeveling, dus wanneer gaat iemand de resultaten krijgen?

3.6 Hoe zal de besluitvorming daarover gaan?

3.7 Wat is het resultaat geweest, positief besluit en alle in gang gezet?

3.8 Afronding

Twee tot drie slides

3.1 en 3.2 kunnen goed op 1 slide, eventueel 3.3 erbij.

3.4 en 3.5 en 3.6 kunnen met een ‘hoog over’ op 1 slide.

Ad 3.1 Wat zijn de feitelijke bevindingen?

Inleiding. Wat zijn de resultaten van je onderzoek? Je hebt nu de data van je onderzoek.

Praktisch. Een grafiek gaat hier helpen. Of een overzicht van de steekzinnen uit je interviews.

Logica tip. nvt

Valkuil. Dat je bevindingen verteld waar je niet goed in zit. Bijvoorbeeld heb je een kwantitatief onderzoek gedaan via Survey Monkey en die heeft mooie grafieken gemaakt, maar eigenlijk ben je niet goed in cijfers. Of je hebt 3 mensen geïnterviewd en weet eigenlijk wel dat dit veel te weinig is…

Jip en Janneke. Geen tekst nog hier.

3.1.1 Hoe past dat in het model?

Inleiding. Hier zou ik bij de presentatie niet veel weten te zeggen. Ik ga er nog eens over nadenken en type er later wellicht iets.

Praktische. tbd

Logica tip. tbd

Valkuil. tbd

3.1.2 Was het betrouwbaar.

Inleiding. Was het valide en betrouwbaar. Zoek de definities nog eens op.

Praktisch. Opzoeken en weten.

Logica tip. Nog eens uit de tekst van ‘maken van een portfolio’: als je een aanbeveling doet die grote impact heeft, is het logisch dat je daar veel mensen voor geïnterviewd hebt die er ook verstand van hebben.

Valkuil. Even geen tekst.

Jip en Janneke. Even geen tekst.

Ad 3.2 Wat de conclusies die daaruit voortkomen?

Inleiding. Op deze slide zie ik de conclusies op een korte staccato manier neergezet.

Praktisch.

Logica tip. Als al eerder gezegd, je onderzoek, bevindingen en conclusie en aanbevelingen hebben een rode lijn. Die je de bakker op de hoek kan uitleggen.

Valkuil. Nog geen tekst.

Jip en Janneke taal. Even geen tekst.

Ad 3.3 Wat zijn je aanbevelingen?

Inleiding. Som die kort en krachtig op. Laat zien dat je er achter staat.

Praktisch. Tussen de drie en vijf aanbevelingen lijkt me goed.

Logica tip. Je aanbevelingen moeten wel een impact  hebben die in relatie staat tot je onderzoek en tijd die je er in stak. Dus een aanbeveling die Euro 600 opleverd, die zou ik onderaan zetten in het lijstje.

Valkuil. Dat de aanbeveling niet uit het voorafgaande kan komen, maar daar spraken we al over bij het opstellen van je portfolio. Bekijk de aanbevelingen nog eens goed, stel dat een assessor vraagt ‘als het jouw geld was dat hier in gestoken moest worden, zou je het dan nog doen?’ weet dan wat je antwoord.

Jip en Janneke. Nog geen tekst.

Ad 3.4 Wat zijn de kosten/baten van je aanbevelingen?

Inleiding. Deze slide geeft de grove lijn weer. Kosten, Baten, Rendement per aanbeveling. Meer detail hoeft voor mij niet.

Praktische.

Logica tip.

Valkuil. Je bent niet goed in cijfers, wat je opschreef klopt niet. Of de ‘orde van grootte’ is niet juist: een klein onderzoek en dan een aanbeveling die miljoenen kost.

Jip en Janneke.

Ad 3.5 Wat is het projectplan per aanbeveling, dus wanneer gaat iemand de resultaten krijgen?

Inleiding. Op deze slide per aanbeveling het start moment en eind. Meer detail niet nodig, die lezen ze wel in je portfolio.

Praktisch. Een Gantt chart is fijn.

Logica tip. Een aanbeveling van een miljoen euro die in het project plan maar vier weken duurt… tja dat is niet echt geloofwaardig… Dus zie dat de investering in geld wat gelijk loopt wat te verwachten is van investering in tijd.

Valkuil. Geen projectplan hebben.

Jip en Janneke. Heb ik niet.

Ad 3.6 Hoe zal de besluitvorming daarover gaan?

Inleiding. Bij de slides met de afronding vertel je in het ideale geval wat er met je aanbevelingen gedaan is. Daarin zit al wat er besloten is. Vertel in de voice-over bij je presentatie hier ook of je jouw portfolio al aan de organisatie hebt voorgesteld en wat men er van vond. Gingen ze er in mee, of waren ze verbaast en er tegen?

Praktisch.

Logica tip. Ik weet even geen tekst hier.

Valkuil. Geen tekst.

Jip en Janneke. Voor nu geen tekst.

Ad 3.7 Wat is het resultaat geweest, positief besluit en alle in gang gezet?

Inleiding. Deze slide is om te scoren. Ten minste als de firma je advies heeft geaccepteerd en in actie is geschoten.

Praktisch. Nog te vullen.

Logica tip. Nog te vullen.

Valkuil. Nog te vullen.

Jip en Janneke. Nog te vullen.

Ad 3.8 Afronding

Inleiding. Persoonlijk vind ik het steeds fijn als een werkstuk/portfolio een afronding heeft en niet plots stopt. Je nam in het begin van je stuk iemand mee in jouw wereld, rond dat dan mooi af. Laat bijvoorbeeld weer een foto van iets zien en geeft met een voice-over je verhaal nog eens weer: ik ging u dit vertellen, ik vertelde xyz, en nu de afronding met xyz.

Praktisch. De afronding kan iets zijn van ‘ik leerde xyz terwijl ik hiermee bezig was’ of ‘dankzij dit werk ga ik in aanmerking komen voor een nieuwe rol in de firma’. Of ‘nu heb ik eindelijk eens geleerd hoe je een kosten/baten analyse maakt’.

Logica tip.

Valkuil. Niet trots zijn op je werk.

Jip en Janneke.

<insert>

Wat is er mee gedaan?

Standaard zal een assessor vragen ‘heb je dit al gepresenteerd aan je opdrachtgever en wat vond die er van?’.

Luik 4. Reflectie

Die werd vroeger gevraagd als extra item, dus was een apart rapport. Denk nog steeds dat het een leuke slide kan zijn om mee af te ronden. Een of twee STARR’s voldoen hier. Check ook de pagina over reflectie, een link zit hier.

Nog wat afsluitende tips

Tip Techniek

Laat je niet afhankelijk zijn van de techniek. Dus als je in Teams presenteert dan:

Bij een online afspraak.

Tip 1.  Heb je telefoon als backup. Daar zet je Teams app op en je hebt geoefend hoe dat gaat, mocht je PC het laten afweten. Je hebt dus naast je computer ook de app op je telefoon geïnstalleerd, dat als Teams of Zoom wegvalt op je computer, dat je verder kan gaan op je smartphone. Het systeem (Zoom, Teams wat we maar gebruiken) niet vooraf hebben uitgeprobeerd en in een assessment de ‘zielige calimero spelen’, bij mijn pakt dat niet erg meer.

Tip 2. Je deed een speedtest op je internetverbinding. Werkt die goed? Heb je telefoon standby als plan B. Dus je weet hoe je jouw telefoon op data kan zetten, er een hotspot van kan maken, zodat je die kan gebruiken met je PC.

Als het een fysieke afspraak is.

Tip 1. Je hebt een computer bij je om te presenteren, je presentatie staat op je pc en hoef je niet van de cloud te halen. Zonder pc aankomen en maar denken dat school ergens een pc heeft staan…. wat mij betreft kan je wegblijven…

Tip 2. Je hebt een print van je werkstuk voor je liggen, want je kan sneller in fysieke bladzijde bladeren dan digitaal, plus je hebt op de prints wat (spiek) notities op gemaakt, toch?

Tip Tijden

– Natuurlijk heb je de tijd die je nodig hebt om je slides te presenteren uitgeprobeerd. Langer dan 10 minuten hou je online de aandacht van assessoren niet vast. Ze hebben je portfolio gelezen, dus weten waar het over gaat. Neem ze mee in de highlights.

– Natuurlijk log je 15 minuten voor de afspraak in om zeker te maken dat je op tijd bent en eventueel nog wat small talk met je gesprekspartner te doen ter inleiding. Altijd goed de vergadering luchtig te kunnen starten.

Vond je dit nuttig?

Laat me weten wat je nog miste en als je een tekst wel handig vond, geef het een like, zo maak je het studenten na je makkelijker te kiezen wat we willen lezen.

Rudolph Regter

versie: lente 2021

Disclaimer

Dit is beslist niet een officiële tekst van iemand anders dan Rudolph Regter. Het is een suggestie en iedere gelijkenis met andere zaken is blablabla, je snapt het.

Ook zullen er mogelijk spellingsfouten in de tekst zitten of zinswendingen die niet correct zijn. Als je dat vervelend vindt, zend me je correcties. Zend je de correcties niet, erger je wel, lees het stuk dan gewoon niet, niemand verplichdtd je er toe.

Extra leeswerk

Hieronder een carousel van de blog berichten die er over presenteren zijn verschenen. Er kunnen dubbele dingen in staan, die je hierboven al las, maar ook nieuwe zaken. Kleine moeite, groot plezier, om die ook nog even door te nemen en zo je assessment tiptop voorbereidt te hebben.