Competenties – Inleiding

Docenten en assessoren beoordelen je via een beoordelingsformulier en die is afgeleid van een rubric (dat is onderwijs taal voor een lijst met voorwaarden waar je aan moet voldoen). En in zo een rubric daar staan vaak competenties in, of vermogens of nog zo wat van die termen.

Op deze website ga je op de verschillende onderdelen een toelichting vinden. Hieronder voor je gemak een voorbeeld van een beoordelingsformulier en een toelichting daarop. Voor meer detail bekijk de tabjes elders op deze website.

Hoe is een rubric opgebouwd? Vaak heeft het een standaard indeling met de volgende onderdelen.

Inhoudelijke kwaliteit. Dit onderdeel is vaak per cursus/module anders.

Onderzoekend vermogen. Dit komt bij vrijwel elke cursus/module terug en heeft vaak dezelfde tekst. De uitleg er van kan per docent wat verschillen. Maar heb je hier eens naar gekeken, blijf dat vasthouden, want in volgende curssen of modules komt het vast weer terug. En niet dat je dan hetzelfde kan gebruiken, maar je weet dan waar je aan moet denken bij dit onderdeel.

Lerend vermogen. Ook weer bij vrijwel elke module dezelfde tekst.

Verantwoord handelen. Vaak dezelfde tekst, maar door het onderwerp van je module kan hier variatie zitten in je antwoorden of wat je er mee deed.

Communicatieve vaardigheden. Dit spreekt wat voor zich. En als je deze website goed hebt doorgenomen weet je hoe je schriftelijk en in gesprek dit goed kan doen.

Zo nu heb je de grote lijn te pakken. Lees verder voor details.



Beoordelings formulier en matchen met jouw portfolio

Hieronder neem ik een paar voorbeelden van teksten uit een beoordelingsformulier. Let op! Deze zullen per module/cursus verschillend zijn, dus neem de relevante voor jouw cursus erbij!

Onderdeel – Inhoudelijke kwaliteit

Is vaak 50 % van het eindoordeel, dus het belangrijkste goed te doen…

Algemeen: Je bent in staat om:

A. de leeruitkomsten te vertalen naar een onderzoek dat betekenisvol is voor jouw bedrijf of organisatie;                                                                                                                                                       

B.  passende beroepsproducten te maken, binnen de context van de leeruitkomst;

C.  relevante kennis en vaardigheden te vergaren en toe te passen.

Toelichting:

Q: Wanneer is iets betekenisvol?

A: Als het past in de doelen van de firma. En die kunnen zijn:

Winst maken. En die zijn vaak winst maken. Dus alles wat de kosten verlaagd en de omzet vergroot en daarmee de marge (winst) is betekenisvol.

Continuiteit. Past je onderzoek in het langer laten bestaan van de firma?

Personeels tevredenheid. Gaat uit jouw onderzoek blijken dat personeel langer bij de firma zal blijven, of meer tevreden (=harder werken, meer productief zijn)

Maatschappelijk verantwoordelijkheid nemen. Iets dat goed doet aan de wereld?

Welzijn van het land verbeteren. Dit kan het geval zijn bij stichtingen en ministeries.

Q: Passend?

A: De cursus gaat over verkoop, dan gaat je onderzoek niet moeten zijn over een product specificatie. Gaat het over financiën, dan je onderzoek over de cijfers, niet over de TV commercial.

Q: Relevant?

A: Woordenboek: ‘Relevant is datgene wat belangrijk is’. En wanneer is het belangrijk voor jouw firma? Als het iets met de doelen te maken heeft die ze willen halen. En daaraan dan gekoppeld aan het vak waarover je portfolio gaat.

Zie ook de verschillende toelichtingen die ik maakte bij de onderdelen. Die zitten in de afzonderlijke tabjes in dez website. Hieronder al een eerste uitleg.

Onderdeel – Onderzoekend vermogen

I. Probleemoplossende vaardigheden:

Je onderkent en analyseert complexe problemen in de beroepspraktijk. Je bent in staat om:

A. een heldere probleemstelling te formuleren, die voldoende sturend is voor jouw onderzoek en die relevant is binnen de context van de leeruitkomst;

B. de omvang en het bereik van het onderzoek goed af te bakenen:

1. inhoudelijk: je kiest het kader waarbinnen je het probleem wil onderzoeken. Wat is de scope, het frame, van je probleem?

2. haalbaarheid: je zorgt ervoor dat het onderzoek zodanig is ingeperkt dat je het binnen de gestelde periode kunt afronden;

C. bij je onderzoek passende methoden, technieken en modellen te gebruiken en jezelf de kennis en vaardigheden eigen te maken die nodig zijn om de vragen die uit jouw onderzoeksproces naar voren komen te kunnen beantwoorden.

Q: Wanneer is iets een ‘complex probleem’?

A: Zie hiervoor de taxonomie van Miller.

Q: Heldere probleem stelling, wanneer is dat het geval?

A: Zie hiervoor de uitleg bij probleem en deelprobleem. De link zit hieronder.

Q: ‘die relevant is binnen de context van de leeruitkomst’.

A:

Q: Omvang en bereik van onderzoek goed afbakenen, wanneer is dat? Inhoudelijk en haalbaar.

A: Naar ik denk als je me het totaal plaatje van het probleemveld laat zien en daarin keuzes maakt die me laat begrijpen waarom je er dat deel uit hebt genomen en waar de grenzen liggen. Bijvoorbeeld: het totaal plaatje is de overall verkoopstrategie van een bedrijf. Als er niet voldoende verkoop is, is dat een totaal probleem. Maar voor je te groot om te onderzoeken in een paar weken. Dus je afbakening, je scope, is dan het verkoopkanaal online. En daarbinnen wellicht ook nog een nadere afbakening, namelijk alleen die van online verkopen van een bepaald product. Dus werkt je bij Bol.com, onderzoek je niet alle online producten maar alleen die van haardrogers bijvoorbeeld.

Q: onderzoek passende methoden, technieken en modellen welke zijn dat?

A: Zie hiervoor de teksten bij ‘Theorie’, zie link hier.

Q: hoe laat ik zien dat ik ‘kennis en vaardigheden eigen te maken’ kan?

A: Vraag dat aan docenten die beter zijn in onderzoek dan ik. Zelf zou ik zeggen dat als je me laat zien dat je een vragenlijst kon opstellen, die afbakenen naar hoeveelheid tijd die je hebt, de relevantie voor je project en welke mensen je benaderde. Ook is het prima te constateren dat het moeilijk is mensen over te halen mee te doen aan onderzoek. Dat je dit veel tijd heeft gekost. (standaard bij vrijwel alle studenten, die daar te laat achter komen)

II. Informatievaardigheden: Je bent in staat om:

D. op een verantwoorde, kritische manier informatie te beoordelen op bruikbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit en relevante informatie te verwerken in je onderzoek;                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                              E. inzichtelijk te maken welke onderzoeksactiviteiten je hebt verricht om tot het antwoord op je onderzoeksvraag te komen (navolgbaarheid).

Q: Verantwoorde, kritische manier….?

A: <hier nog tekst maken>

Q: Betrouwbaarheid, validiteit en relevant.

A: Zie bij onderzoek doen, link hier.

<insert link>

Q: Inzichtelijk te maken, wat wordt hier bedoelt?

A: Een verslag van wie je geïnterviewd hebt, hoe je het interview gedaan hebt, hoe je bent omgegaan met de ethische kant van onderzoek doen en communicatie voor, tijdens en na het interview. De navolgbaarheid is dat het pad dat je volgde we kunnen nadoen met je. Dus wie sprak je, waarom, waarover, met welke vragen, welke antwoorden, etc.

Lees als toelichting de tekst die de Vereniging van Hogescholen maakte in 2017:

‘Een pas afgestudeerde heo-professional heeft het onderzoekend vermogen om langs de weg van reflectie en evidence based practice te komen tot (te commercialiseren) innovatie van producten, diensten en processen in zowel de private als de publieke sector. Daartoe heeft de heo-professional in de opleiding kennis en ervaring opgedaan met methoden en technieken van praktijkgericht onderzoek.’

En verder:

‘Een pas afgestudeerde heo-professional is in staat te reflecteren op onderzoek en onderzoeksresultaten. Hij of zij heeft daarbij inzicht in de relativiteit en beperkte geldigheid van theorieën en modellen en beschikt ook over zelfkritiek en een reflectieve houding.’

Samenwerken

Lees als toelichting de tekst die de Vereniging van Hogescholen maakte in 2017:

‘Interdisciplinair werken. De afgestudeerde heo-professional heeft het vermogen om een actieve bijdrage te leveren aan het realiseren van de doelstellingen van het bedrijf of instelling waar hij of zij werkzaam is en werkt daarbij samen over de grenzen van het eigen vakgebied heen.’

Onderdeel – Lerend vermogen

  1. Je ontwikkelt je door zelfreflectie en zelf beoordeling van eigen (leer) resultaten.
  2. Je bent in staat om zelfstandig te reflecteren op jouw leervermogen, om de effectiviteit en/of efficiëntie van jouw professionele handelen te verbeteren. Dat doe je door actief feedback te vragen aan anderen in je omgeving en door bij jezelf te rade te gaan: werk ik aan de goede doelen en werk ik doelgericht? 
  3. Je hebt een actieve leerhouding die zich kenmerkt door nieuwsgierigheid, open staan voor nieuwe inzichten en ruimte voor twijfel.
  4. Je kunt analyseren wat werkt en wat minder of niet werkt/gewerkt heeft. Op basis hiervan kun je jouw handelen bijstellen.

Hier voor uitleg van deze punten hetgeen ik schreef bij Rfectie. Zie link hier.

<insert link naar reflectie>

Lees als toelichting de tekst die de Vereniging van Hogescholen maakte in 2017:

‘Ondernemende houding. De afgestudeerde heo-professional is in staat zelf verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar handelen en in staat zelfstandig beslissingen te nemen. Hij of zij komt tot acties en implementeert oplossingen op basis van een analyse van een specifieke beroeps- of praktijksituatie.’

Onderdeel – Verantwoord handelen

  1. Je bent in staat om, bij het maken van keuzes en de uitvoering ervan, binnen de grenzen van het redelijke rekening te houden met de belangen van alle betrokkenen en de verwachtingen in de samenleving op maatschappelijk, cultureel en moreel gebied. Dit doe je op een integere manier, waardoor je keuzes houdbaar zijn en verdedigbaar naar anderen.
  2. Je bent in staat om rekenschap te geven van de wijze waarop je hebt nagedacht over jouw eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid. 

Hierover schreef ik een uitgebreid stukje dat je hier kan vinden. Ben je in de eerste jaren van een opleiding zou ik dit verwachten, maar niet heel uitgebreid. Wel zou ik verwachten dat je duidelijke doelen gaat zetten in de latere jaren over hoe jouw studie en werk kan bijdragen aan de maatschappij. Of dat je er voor kiest dat helemaal niet te doen en wat je redenen daar dan voor zijn.

<insert link>

Lees als toelichting de tekst die de Vereniging van Hogescholen maakte in 2017:

Beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie. De afgestudeerde heo-professional is zich bewust van de maatschappelijke context waarin hij of zij werkzaam is en kan rekenschap geven van de eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid.
In voorbereiding hierop is er in de opleiding aandacht voor onderwerpen als maatschappelijk verantwoord ondernemen, bedrijfsethiek en duurzaamheid.

Onderdeel – Communicatieve vaardigheden

De rubric schrijft: Je bent in staat om jouw boodschap goed over te brengen aan een publiek van gelijken, specialisten, niet-specialisten, leidinggevenden en cliënten.

  • Schrijven (toetsing: rapportages opgenomen in portfolio)
  • Spreken: interactie (toetsing: vraaggesprek met assessoren)
  • Spreken: productie (toetsing: presentatie)

Q: Goed schrijven?

A: Zie alle documenten die scholen maken rond het opstellen van goede teksten.

Q: Spreken en interactie?

A: Zie wat ik hierover schijf bij het deel ‘assessment doen’, de link zit hieronder..

Q: Spreken: productie?

A: Doe je commerciele economie, dan verwacht ik een spetterende mooi layout en kom niet aan met de standaard suggestie van office365. Dus eigen icons eventueel zelf getekend. Verhouding plaatjes en tekst goed. Goed nagedacht in de slides de kern boodschappen te hebben. Etc.

Zie verder wat ik hierover schijft bij ‘presentatie maken’.

Lees als toelichting de tekst die de Vereniging van Hogescholen maakte in 2017: ‘Uitdrukkingsvaardigheid. De afgestudeerde heo-professional is in ieder geval in staat zich goed uit te drukken in de voertaal van de opleiding.’

Bronnen:

Vereniging Hogescholen. (2017). Profiel wendbare professional.


Ik hoop dat je met deze tekst wat geholpen bent. Heb je nog tips voor me, zend ze me. Of als je me ziet lopen spreek me aan, graag verbeter ik deze site zodat andre studenten ook succesvol gaan worden!

Rudolph Regter

versie winter 2022

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s