Help, zit vast: De firma is niet voor Theorie of modellen.
Natuurlijk doe je de studie voor jezelf. Maar wat als je werk die studie maar wat onzin vindt? Dat we de studie zo inrichten dat kennis gekoppeld wordt aan praktische zaken, omdat je de vakkennis die je opdoet inzet voor een project voor je werk, is mooi voor je werkgever. Maar daar kan soms spanning op zitten. Hoe daarmee om te gaan?
Wat bekende zaken zijn:
- Je werkgever gebruikt nooit modellen of theorie.
- Je werkgever is tegen het gebruik van theorie of modellen, ze weten het zelf veel beter.
- Je werkgever kan geen probleem verzinnen dat je met een theorie kan oplossen.
Wie zijn de partijen waar je rekening mee moet houden?
Drie partijen die je tevreden moet houden.
- Jezelf
- Je opdrachtgever/werkgever
- De docent.
Hoe beste de rolverdeling te zien?
Bij die drie partijen zou je de verschillende rollen en invulling daarvan voor jezelf vooraf moeten vaststellen. Mijn suggestie zou zijn:
Rol invullen van – Jezelf: jij wil de studie doen om op de langere termijn leuker en beter betaald werk te doen. Jij bent de leider van je omstandigheden, dus die moet je daar waar mogelijk aanpassen.
Rol invulling van – Opdrachtgever: die wil geen gezeur aan haar of zijn hoofd. Wil wel producties zien die bijdrage aan de doelstellingen die de specifieke opdrachtgever heeft. Dus niet zijn baas, niet zijn collega, maar zijn persoonlijke doelstellingen. Die opdrachtgever, vaak je leidinggevende, is namelijk voornamelijk geïnteresseerd in carrière maken, of baan behoud. Maak je leidinggevende succesvol en jij zal volgen.
Rol invulling – Docent: Dit is bij de Career Academy vaak iemand die veel ervaring heeft in het vakgebied en die je kan inzetten als ‘onbetaalde consultant’. Simpel gezegd zou je opdrachtgever vaak iets van 150 euro per uur moeten betalen en dat krijg je nu vrijwel gratis. Je hebt natuurlijk collegegeld betaald, maar dat is bij verre niet genoeg, de rest betaalt de belastingdienst.
Welke besluitcriteria zijn er om een project wel of niet te doen?
Criterium – Afbreuk risico in je firma. Groot risico dat je dit project niet tot een goed einde gaat brengen? Niet doen dan. Of je moet er een bak extra geld mee gaan verdienen.
Criterium – Carrière kans vergrotend. Sta je in de spotlights met dit project? Doen! Past het in de criteria die in de vacature staat waar jij op wil gaan solliciteren.
Criterium – Voegt iets toe aan jouw ‘Net present value’. Past het in je langere termijn visie op waar jij de komende tien jaar of langer geld mee gaat verdienen? Doen!
Criterium – Thought leader worden. Is het iets waarmee jij voor gaat lopen in dit onderwerp binnen jouw firma of jouw industrie? Doen!
Quote: ‘We zijn wel bezig met serieuze dingen, maar daarom hoeven we niet serieus te doen’. – Rudolph Regter
En dan de belangrijkste criteria volgens een ‘oude man’.
Criterium – Wat je plezier geeft. Wat je plezier geeft, geeft je een instelling die je dansend over hordes doet gaat. En hordes komt je altijd tegen. Dus maak het jezelf makkelijk en regel een opdracht die je lol geeft uit te voeren.
Criterium – Geeft flow. Een project met activiteiten waar je door in de flow komt te zitten. Je kan dingen gaan doen waar je niet goed in bent. Maar waarom zou je dat willen doen? Dat is ouderwets denken, dat je tekortkomingen moet verbeteren. Je kan ook waar je goed in bent gewoon veel gaan doen.
Criterium – Het voedt je ‘spirituele kant’. De uitleg hiervan moet je zelf maar invullen.
Afijn, deze criteria kan ik nog wat aanvullen met verhalen over ‘wie je bent, wie je wil zijn’ en zo. Iets voor onder een goede koffie.
Kenmerkende verschillen tussen de partijen
De afgelopen jaren kwam ik een paar verschillen tegen die denk ik wat algemene tendensen zijn. En wat mijn suggestie zou zijn over hoe daarmee om te gaan.
De eerste spanning zit tussen jezelf en je opdrachtgever
Situatie – Je wil zelf of te veel of te weinig.
Te veel? Wil je veel of te veel, dan lukt het je niet in de diepte van het onderwerp te gaan. En vraag je af of het vele ook gaat helpen op langere termijn. Ben je van plan in dit vakgebied je verder te ontplooien en te blijven werken, zet dan de lat erg hoog en maak daar veel promotie rond. Want iets goed kunnen zonder dat iemand het weet, dat helpt je carrière niet echt.
Quote: de grootste vijand van ‘goed’ is ‘perfect’
Te weinig? Als je te weinig wil dan gaat je opdrachtgever niet tevreden zijn, behalve als die het toch niets uitmaakt. Maar tja…. dan gaat jouw project ook niet de aandacht krijgen die je zou willen om carrière te maken.
Situatie – Je opdrachtgever wil te veel of te weinig.
Teveel? Als je opdrachtgever te veel wil, dan ga je mogelijk niet op tijd en op kwaliteit kunnen leveren. Dat is niet goed voor de naam in de firma.
Te weinig? Als je opdrachtgever te weinig wil, heb je een project te pakken dat weinig zichtbaarheid heeft. Niet handig voor je carrière. Een keer een project doen met weinig aandacht is ok, maar niet alle studiejaren lijkt me.
Jezelf | |||
Te veel | Te weinig | ||
De opdrachtgever | Te veel | Te hoog grijpen, goed voor je carrière en studie. Tip: wees scherp op je voortgang en down-grade op tijd je project. | Spanning met je opdrachtgever. Tip: is te managen als je de scope goed uitlegt en het eind effect. |
Te weinig | Tip: Zoek een ander project dat meer belangstelling krijgt. Of bouw je project zo uit, dat bij je advies interesse zal gewekt worden. |
En dan komt de docent in het spel.
Hoe om te gaan met spanning docent en opdrachtgever.
Docent wil Theorie, de opdrachtgever niet.
Situatie: Docent wil theorie zien, opdrachtgever heeft daar geen interesse in.
Mogelijke aanpak: Luister goed naar de opdrachtgever, formuleer het probleem, ga op zoek naar theorie en plot het probleem erin. Achterhaal hoe de theorie tot dan is gebruikt, wat voor voorbeelden van succesvolle toepassing er van andere firma’s hebben gedaan. Overval je opdrachtgever er niet mee, maar vertel rustig hoe jullie leren kunnen van de fouten van anderen.
Luister eventueel naar Sander een oud student die advies geeft hierover.
>insert
Project is simpel, docent wil meer.
Situatie: Project is te simpel naar de smaak van docent.
Aanpak: project uitbouwen en dit extra aan je opdrachtgever verkopen. Stapel eventueel een uitdaging op een andere uitdaging. Dus je zoek
Project is zeer ruim, docent denkt te veel.
Situatie: je opdrachtgever wil een uitgebreid project en de docent denkt dat het teveel zal zijn.
Situatie 1. Veel onderzoek gevraagd.
Mogelijke aanpak: Wat ik veel meemaakte is dat studenten werden gevraagd een zeer uitgebreid onderzoek te doen. Dat bespaard veel geld als jij veel telefonische interviews moet doen. Maar zelf vind ik dat niet nodig. Onderzoek is maar een relatief klein deel van ieder portfolio wat mij betreft. Dus hier zal je de wensen van de opdrachtgever moeten terugduwen, wellicht onder het mom van dat ‘school dat niet slim vind’.
Situatie 2. Vraag naar iets buiten je werkveld.
Je werkt in ICT en de vraag is naar een sales oplossing. Dat is onhandig. Het zal je veel moeite gaan kosten om gegevens van de sales afdeling te krijgen, want die mensen ken je wellicht niet.
Mogelijk aanpak: de docent gebruiken om het project bij te sturen als het je niet lukt op een andere manier je opdrachtgever op andere gedachte te zetten.
Andere situaties.
Bespreek die met je docent. Maar niet in een free-format manier ‘wat vindt u ervan? Schets wat je opdrachtgever wil, hoe dat wel of niet past in het vak en waar jij de voordelen en nadelen van zo een opdracht ziet.