Tool – Assessment vragen oefenen

Spannend wel zo een examen of assessment… Een goede voorbereiding is het halve werk…maar dat wist je al, daarom lees je deze pagina. Wat voor soort vragen kan je verwachten?

De vragen liggen als het goed is steeds dicht bij het kunnen verklaren waarom je de punten in het beoordelingsformulier beheerst en in welke mate je dat doet? De vragen kunnen daarop rechtstreeks betrekken hebben, maar ook via een omweg worden gesteld.

Hieronder een set om je een richting te geven wat het zoal kan zijn.

Er is een bekende onderwijskundige, meneer Hattie en die zegt dat feedback is in te delen in vier gebieden waarin ze kunnen werken.

  • Task level
  • Proces level
  • Self-regulation level
  • Self-level

Daar kunnen dan vragen in zitten zoals:

Task level: Welke taken heb je uitgevoerd?; Welke take waren onderdeel van je werk en welke voor je scriptie?; Wat heb je gedaan om de vraag te begrijpen?; Welke bronnen heb je geraadpleegd om de vraag achter de vraag helder te krijgen.

Proces level: Hoe heb je het aangepakt?; Toen het niet bleek te werken, wat heb je toen gedaan?;

Self-regulation level: Wat heb je gedaan om je planning bij te sturen als dat nodig was.; Als je het product, de einduitslag beter wilde maken, wat deed je dan?

Self-level: Wat voor voordelen heb je gehaald uit dit portfolio of scriptie te maken?; Wat heeft je firma er aan gehad?; Hoe voelde je de eerste keer dat je vragen in de firma ging stellen die wellicht soms helemaal niet op jouw werkgebied lagen?


Hieronder een voorbeeld van vragen die er gesteld zouden kunnen worden specifiek voor het vak strategisch management. Ik laat je dat hier zien om je een richting te geven van de toon en soort die vragen kunnen hebben.

Het onderdeel ‘Inhoudelijk kwaliteit’ is hier specifiek voor strategische management. De overige onderdelen komen bij alle andere vakken/modules vaak terug en zijn generiek te gebruiken en te oefenen.

…Beter nog: zorg dat je veel van de antwoorden al in je portfolio hebt verwerkt. Want dan hebben de assessoren dat al gelezen.

Onderdeel – Inhoudelijke kwaliteit

De vraag van de docent kan zijn geweest: Je bent in staat om de huidige strategie van de organisatie (impliciet of expliciet) te analyseren en om een oordeel uit te spreken over de mate waarin de strategie op lange termijn (5-10 jaar) bijdraagt aan de continuïteit van de organisatie en/of het creëren – en behouden van een houdbaar concurrentievoordeel en/of het behalen van de maatschappelijke doelstelling van de organisatie, gegeven de (mogelijke) ontwikkelingen in de omgeving.    

Eventuele vragen:

  • Heb je een huidige strategie (impliciet of expliciet) kunnen bepalen voor jouw organisatie?  Hoe heb je dat gedaan?
  • Met wie heb je dat gedaan?
  • Wat vind je van de huidige strategie van jouw organisatie? Waarom?
  • Hoe ben je tot dit oordeel gekomen?
  • Hoe heb je geprobeerd om inzicht te krijgen in mogelijke toekomsten voor jouw organisatie?
  • Hoe heb je deze mogelijke toekomsten gekoppeld aan de specifieke kenmerken en eigenschappen van jouw organisatie?
  • Hoe zeker ben je van je zaak? Als je eigen geld erin zat, volgde je dan je advies op?
  • Hoe ga je om met onzekerheden? Heb je daarvan wellicht een risk/reward overzicht van gemaakt?
  • Waar moet het management met voorrang aandacht aan besteden om de organisatie toekomstbestendig te maken? Welke prioriteiten moeten worden gesteld? Welke keuzes moeten worden gemaakt? Waarom?
  • Hoe denk je dat ze daarover beslissen? En waarom denk je dat?

Onderdeel – Methodisch werken/ onderzoekend vermogen

Wat kan hier de vraag bij het beoordeling formulier zijn geweest? De volgende punten: De mate waarin de probleemstelling helder en vanuit strategisch perspectief is geformuleerd. De mate waarin de scope van het onderzoek is afgebakend? De mate waarin je systematisch, consistent en methodisch strategische modellen gebruikt bij het uitwerken van jouw onderzoeksvraag. De mate waarin er vanuit de probleemstelling op consistente wijze wordt toegewerkt naar een oplossing (een heldere rode draad). De mate waarin je een kritische houding laat zien ten opzichte van de bruikbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit van de gebruikte informatie.

Eventuele vragen:

  • Hoe heb je de scope van jouw onderzoek afgebakend? En waarom heb je voor deze scope/focus gekozen? Met wie heb je dit overlegd?
  • Op welke wijze ben je tot jouw onderzoeksmethode gekomen? Welke stappen heb je gezet?
  • Hoe heb je bepaald of de gebruikte methoden past bij de inhoud?
  • Hoe heb je bepaald dat deze methode relevant was voor jouw onderzoek?
  • Hoe heb je de methoden gekozen en bepaald dat die passen bij de deelvragen?
  • Welke theorieën heb je gekozen? Welke andere had je mogelijk nog kunnen kiezen?
  • Hoe heb je keuzes gemaakt t.a.v. onderzoeksvraag, gebruikte methode en gekozen oplossingen? Heb je deze keuzes ook onderbouwd met argumenten?
  • Heb je bij de argumenten ook de belangen van verschillende belanghebbenden meegewogen?
  • Hoe heb je informatiebronnen gezocht? Met welke woorden (zoektermen) heb je gezocht? Hoe heb je de betrouwbaarheid van deze bronnen gewogen?
  • Op welke wijze heb je de in de bronnenlijst opgevoerde bronnen verwerkt in de tekst? Waarom is deze bron nuttig bij het beantwoorden van jouw onderzoeksvraag? 
  • Is er een lijst van personen die geïnterviewd zijn en/of vergaderingen waarin gebrainstormd is en/of waarin besluitvorming heeft plaatsgevonden (namen, data) en is er van deze interviews of bijeenkomsten een verslaggemaakt (in de vorm van een gespreksverslag of een besluitenlijst van de vergadering of een foto van het resultaat van een brainstorm, etc.)

Onderdeel – Samenwerken

Wat schrijft de rubric of beoordeling vaak: Je werkt samen met anderen over de grenzen van jouw eigen vakgebied en/of jouw organisatie of afdeling heen om bij te dragen aan de doelstellingen van jouw organisatie. Je komt tot resultaat in een netwerk van opdrachtgever, stakeholders en deskundigen

Eventuele vragen:

  • Hoe heb je bepaald wie je bij dit onderzoek nodig had?
  • Wie heb je allemaal betrokken bij jouw onderzoek? Zijn dat collega’s binnen de afdeling of ook buiten de afdeling of buiten de organisatie?
  • Wat was de vraag vanuit je werkgever?
  • Hoe heb je bijgedragen aan het teamresultaat voor de externe opdrachtgever / of je werkgever?
  • Waarom gaan die mensen nu met jouw advies mee?
  • Welke verander management aanpak heb je in gedachte? Past daar een model bij?
  • Wat zou je een volgende keer willen verbeteren in de samenwerking? Punten van jezelf, punten van de organisatie? Punten van je collega’s?

Interactief leervermogen: Je bent in staat door spiegeling en zelfontwikkeling te reflecteren op jouw eigen leervermogen met als doel om de effectiviteit en/of efficiency van jouw eigen professionele handelen te verbeteren.Je bent in staat jezelf kennis en vaardigheden eigen te maken op basis van vragen die uit het onderzoeksproces naar voren komen.

Eventuele vragen:

  • Welke activiteiten heb je ondernomen/Hoe bewijs je dat je een actieve leerhouding hebt? Kun je voorbeelden geven van hoe je geleerd hebt?
  • Weet je wat je leerstijl is?
  • Wie heb je om advies gevraagd?
  • Wie heb je om feedback gevraagd op jouw onderzoeksvraag?
  • Hoe had je je onderzoek aangepakt met de kennis van nu? Wat zou je nu anders den?
  • Waar ben je onderuit gegaan en wat heb je daarvan geleerd? Hoe kun je dit de volgende keer voorkomen? Of hoe kun je beter met dit risico omgaan?
  • Wat zou je met de kennis van nu anders doen? Welke ontwikkelpunten zie je voor jezelf? Hoe ga je die ontwikkelpunten concreet oppakken?
  • Hoe heb je het traject met de externe opdrachtgever gebruikt om na te denken over de strategische vraagstukken binnen jouw eigen organisatie?
  • Wat heb je in dit proces geleerd over je eigen bekwaamheid als het gaat om
  • Je inhoudelijke deskundigheid?
  • Je aanpak, je bijdrage aan het werkproces om iets tot een goed einde te brengen?
  • Je eigen ontwikkeling hierin: je kwaliteiten, sterke en zwakke kanten?

Onderdeel – Verantwoord handelen

Wat schrijft de rubric wel eens: Je signaleert maatschappelijk, cultureel en moreel gevoelige punten en past jouw gedrag en/of jouw adviezen hierop aan.  Het draait hier om creëren van bewustzijn en de koppeling hiervan met de opdracht context.

Eventuele vragen:

  • Voor wie heeft jouw onderzoek gevolgen gehad en hoe ben je daarmee omgegaan?
  • Hoe heb je vastgesteld wie welke belangen had bij jouw onderzoek en wie geen belanghebbende was?
  • Hoe heb je inzicht gekregen in hun belangen?
  • Hoe heb je de belangen van de verschillende belanghebbenden meegewogen in jouw analyses en adviezen?
  • In welke mate heb je deze groepen er bij betrokken. Welke wel, welke niet? Waarom niet?
  • Op welke wijze heb je getoetst dat je integer/maatschappelijk verantwoord hebt gehandeld?
  • Is het verantwoord handelen van jou in lijn met wat de organisatie onder verantwoord handelen verstaat? Oa code of conduct of definitie van management? Waar blijkt dat uit?
  • Welke instrumenten zijn hiervoor beschikbaar?
  • Welke trends zijn hierin herkenbaar en van invloed op jou en jouw handelen binnen de organisatie/opdrachtcontext?

Onderdeel – Communicatieve vaardigheden

Een rubric verwoorde dit onderdeel als volgt: Je bent in staat om jouw boodschap goed over te brengen aan een publiek van gelijken, specialisten, niet-specialisten, leidinggevenden en cliënten.

Eventueele vragen:

  • Wie is de opdrachtgever van dit onderzoek?
  • Wat heb je gedaan om de resultaten van jouw doelgroep (lezers, luisteraars) te helpen om snel de boodschap te kunnen begrijpen? 
  • Hoe heb je de opdrachtgever op de hoogte gehouden van je ontwikkelingen?
  • Wat deed je als je vastliep?
  • Hoe organiseerde je een akkoord op je voortgang en einduitslag?
  • Is de presentatie is begrijpelijk en overtuigend?
  • Vullen de gebruikte (audio of visuele) hulpmiddelen het gesproken woord aan?
  • Worden de vragen door de kandidaat adequaat beantwoord? “spreken we dezelfde taal als we het hebben over professioneel gedrag?”
  • Zijn de schriftelijke rapportages begrijpelijk en overtuigend voor de doelgroep, (inhoudelijke keuzes (juiste thema’s), duidelijke structuur, begrijpelijke zinnen, zonder storende grammaticale- en spelfouten, verzorgde layout.

Zo, nu weeet je wat ik zoal zou kunnen gaan vragen of mijn collega’s. En een assessment of examen is altijd spannend, maar met deze voorbereiding ga je er vast komen.

Veel succes!

Rudolph Regter

versie lente 2023

Plaats een reactie